Een goede balans als ruiter is natuurlijk belangrijk in het rijden. Je verwacht van alles van je paard, dat hij fijn loopt, los laat en ontspant. Maar deze dingen kan je niet van je paard vragen als je zelf scheef op je paard zit of de beweging van je paard niet voldoende kan volgen. QUUS geeft 5 oefeningen die je kan gebruiken om een betere balans als ruiter te krijgen of te verbeteren.
Grond oefeningen
Begin eerst op de grond met het trainen van je core stability, oftewel rompstabiliteit. Door het verbeteren van je buik- en rugspieren, wordt je houding verbeterd en kun je de spiergroepen beter onder controle houden. Zo kun je tijdens het rijden de juiste spieren aanspannen en ontspannen zodat het paard ook ontspannen kan lopen.
Er zijn verschillende oefeningen die je kan doen om je core stability te trainen.
- Zo heb je de plank. Met deze oefening train je de buik- en rugspieren. Bij deze oefening leun je op je ellebogen en tenen. Als dit te zwaar is, kun je ook op je ellebogen en knieën rusten. Zorg ervoor dat je een rechte lijn houdt en je billen laag houdt. De plank kun je ook zijwaarts doen. Probeer deze houding een paar seconden vast te houden en dit steeds uit te bouwen met 5 of 10 seconden.
- Voor deze oefening heb je een skippybal nodig. Hier ga je op een skippybal zitten waarbij je, je bovenlichaam recht probeert te houden. Houd een been een paar seconden omhoog en zorg dat je bovenlichaam recht blijft. Wissel dit af met je andere been. Met deze oefening verbeter je, je de coördinatie.
- Een oefening die je voor het rijden mee kan pakken is hinkelen. Hinkel op een rechte lijn en wissel hierbij om de 5 passen van been. Deze oefening is goed voor de balans.
Aan de longeerlijn
Daarnaast kun je te paard ook aan je balans werken. Als je balans nog niet optimaal is, kun je het beste beginnen aan de longeerlijn. Hierbij zorgt diegene die het paard longeert ervoor dat het paard blijft lopen. De ruiter hoeft dus niet te sturen of op het tempo te letten. Zo kun je volledig focust aan je houding en zit werken.
Oefeningen die je aan de longeerlijn kan doen zijn:
- Zonder teugels rijden
- Zonder beugels rijden
- Dit kun je uiteindelijk uitbouwen naar zonder teugels én beugels rijden.
- Daarnaast kun je nog oefeningen doen om je bewuster te worden van je lichaam. Zoals je armen oprekken naar voren en achteren.
Onder het zadel
Als oefeningen zoals zonder beugels rijden goed gaan aan de longeerlijn, kun je deze oefeningen ook te paard mee pakken. Probeer stukken zonder beugels te rijden. Begin in stap en bouw dit langzaam uit tot de galop. Verder kan je ook onder het zadel, de verlichte zit mee pakken. Hierbij is het namelijk ook belangrijk om je balans te houden en je niet vast te houden aan de teugels.
Uiteindelijk hebben alle oefeningen met elkaar te maken. De oefeningen op de grond zorgen ervoor dat je te paard op de juiste manier je spieren aan kan spannen. Zonder teugels en/of beugels rijden, zorgen voor een betere balans omdat je hierbij geen steun kan zoeken. Uiteindelijk kun je dit onder het zadel testen als je bepaalde oefeningen rijdt. Als je alleen rondjes rechtuit rijdt, is het natuurlijk makkelijker om op je balans te letten. Op het moment dat je oefeningen gaat rijden, wordt de balans ook anders en is vaak lastiger om hierop te blijven letten.
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.