Misschien heb je op de manege wel eens gezien dat iemand zijn paard rondjes om hem heen liet lopen. Dat noemen ze longeren. Maar wat is longeren precies? Waarom longeer je een paard en wat heb je daarvoor nodig?
Wat is longeren?
Longeren kun je als een goede afwisseling meepakken in de training van het paard. Tijdens het longeren loopt het paard in een cirkel om je heen, hiermee kan het paard worden gegymnastiseerd vanaf de grond. Bij het longeren kan je het paard in principe hetzelfde trainen als wanneer je er op zou zitten alleen dan onbelast. Het gymnastiseren van je paard kan op verschillende manieren waar ook hulpteugels bij gebruikt kunnen worden.
Waarom longeren?
Sommige mensen longeren alleen wanneer ze weinig tijd hebben maar wanneer je een paard goed longeert is dit net zo zwaar voor een paard als een training waarbij je op je paard zit. Net zoals je te paard de zwaarte van je trainingen kan afwisselen, kan dit met longeren ook. Behalve dat het een goede training is voor het paard, kan je de conditie van het paard goed trainen. Daarnaast wordt longeren vaak gedaan bij het zadelmak maken van paarden.
Waar longeren?
Op sommige maneges en stallen hebben een speciale ruimte om te longeren. Dit noemen ze een longeercirkel of longeerkraal. Dat is een ronde bak waardoor het paard heel makkelijk een rondje kan lopen. Zij volgen namelijk de bakrand en halen hier steun uit. Maar longeren kan ook gewoon in een grote bak. Hier moet je soms alleen wat meer ervoor te zorgen dat het paard een rondje maakt i.p.v. rechtuit gaat.
Met longeren is het belangrijk dat je dit niet te lang doet en vaak wisselt van kant. Doordat ze veel rondjes achter elkaar lopen, worden de benen van het paard meer belast dan wanneer ze rechtuit lopen. Wanneer je dus een grote bak hebt om te longeren, kun je ook een stuk rechtdoor lopen. Zo maak je minder bochten, blijft het afwisselender voor het paard en train je ook nog eens jouw eigen conditie. 😉
Wat heb je nodig bij het longeren?
Er zijn veel verschillende manieren om te longeren. Zo hoeft longeren niet altijd met een hulpteugels. Het is belangrijk om te kijken naar je paard, wat je wilt trainen en hoe ervaren je zelf bent. Hoe je ook gaat longeren, je hebt altijd een longeerlijn en eventueel een longeerzweep nodig. Daarnaast kun je nog een longeerbitstukje gebruiken als je dit fijn vindt.
Met de longeerzweep kun je het paard bijsturen wanneer die bijvoorbeeld naar binnen valt. Verder kun je de zweep ook gebruiken wanneer het paard wat voorwaartser moet zijn. Een longeerbitstukje kun je gebruiken zodat je niet elke keer de longeerlijn hoeft te wisselen wanneer je van kant wisselt.
Longeren zonder hulpteugel kan aan een halster of hoofdstel. Bij het hoofdstel heeft het paard een bit in, bij het halster heeft het paard geen bit in. Via het halster krijgt het paard een bepaalde druk waardoor je het paard kan sturen. Sommige paarden zijn fijner te sturen met een bit in en kun je zo meer controle houden. Probeer het uit om te kijken wat het beste is voor jou en je paard.
Als je wilt longeren met een hulpteugel heb je naast de hulpteugel ook een longeersingel en longeerpad nodig. De longeersingel heb je nodig om de hulpteugel aan te bevestigen. De longeerpad leg je onder de longeersingel als bescherming net zoals je een zadeldekje onder het zadel legt. Maar er zijn ook hulpteugels waarbij geen longeersingel nodig is.
Het gebruik van hulpteugels
Wanneer je besluit hulpteugels te gebruiken, kun je het beste eerst overleggen met je instructeur welke je het beste kan gebruiken. Zorg dat je paard goed opgewarmd is voordat je de hulpteugel bevestigd. Let erop dat je de hulpteugel goed afstelt, zet hem niet meteen te strak. Zeker als je paard het niet gewend is, is het belangrijk om dit rustig uit te bouwen. Je kunt hem beter wat losser zetten en tijdens het longeren kijken of hij strakker moet. Het is de bedoeling dat het paard zelf gaat ontspannen op de hulpteugel en niet dat hij gedwongen wordt.
One Comment
Geef een antwoord
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.